Tijgervink (Amandava amandava)

Amandava amandava

Amandava amandava

De tijgervink leeft in een zeer uitgebreid leefgebied,dat bestaat uit india,

Zuidoost-Azie,Burma en China.

Op vele andere plaatsen werd de tijgervink uitgezet (bijvoorbeeld in singapore,mauritius,Rennion en Fiji).Het nest ,dat door beide wordt gebouwd,is een gekoepelde kraamkamer uit fijn gras en soms wat veertjes.

Het ligt gewoonlijk dicht bij de grond in een volle struik.

In sommige wild nesten zijn vroeger vaak stukjes houtskool gevonden(dat water aantrekkend is!):in de volierenesten vindt men daarrom wel eens steentjes,klompjes aarde e.d.

Persoonlijk verstrekken we altijd stukjes norit,hetgeen ze graag in het nest gebruiken.

Overgens betrekken tijgervinken ook graag halfopen nestkastjes e.d. die eveneens,laag moeten worden aangebracht.

De4-5,soms 6 witte eitjes worden door de beide ouders bebroed gedurende ca.12 dagen,en als de jongen uit zijn gekomen foerageren ze ook beide.

Na ca.20 dagen verlaten de borelingen het nest, maar worden nog 12 dagen gevoerd,alvorens ze op eigen benen kunnen staan.

Veel levend voer is-door het jaar,maar vooral in de broedtijd-essentieel.