- Gratis verzenden boven €100
- Vandaag besteld, binnen 4 (werk)dagen geleverd.
Rode kardinaal
Rode kardinaal
Kenmerken
De vogel is 21 tot 23,5 cm lang en weegt 21 tot 52 gram, vrouwtjes zijn iets korter en minder zwaar dan mannetjes. Het verenkleed van het mannetje is helderrood met zwarte keel en rode snavel, het vrouwtje is olijfkleurig. De ondersoorten vertonen kleine verschillen in formaat en de intensiteit van het rood. C. c. superbus is het grootst en de ondersoort C. c. mariae is relatief licht. Ze hebben een luide, vloeiende, fluitende zang, die door beide seksen ten gehore wordt gebracht. Deze zang, vooral die van de ondersoorten in de Verenigde Staten, is uitgebreid bestudeerd. Ze hebben stevige snavels, geschikt om zaden mee te kraken.
In Europa wordt hij wel als (dure) kooivogel gehouden.
Voortplanting
Het vrouwtje bouwt het nest van halmen en hennepvezels, zowel in een dichte struik als ook in een spar. De 2 tot 3 eitjes, blauw-groen van kleur worden 11 tot 13 dagen bebroed en de jongen worden door beide ouders gevoerd. De ontwikkeling van de jongen gaat snel. Na 9 tot 11 dagen verlaten de dan nog spaarzaam gevederde jongen het nest. Na 19 dagen kunnen ze goed vliegen en na 38 tot 45 dagen zijn ze onafhankelijk van de ouders.
Verspreiding en leefgebied
Het leefgebied bestaat uit lage dichte begroeiing in plantsoenen, tuinen, bossen en moerassen, overal waar struikgewas aan te treffen is. De ondersoort C. c. phillipsi komt vooral voor in kustgebieden met veel struikgewas. Vooral aan de noordrand van zijn verspreidingsgebied in de buurt van Ottawa is het een vogel van buitenwijken die rijk zijn aan bomen en heesters.